BTW herziening

Op zoek naar duidelijk advies over de herziening van BTW? Houtsma BTW-Advies is je graag van dienst. Wil je snel contact, bel dan nu 024 – 66 343 01 of vul hier het contactformulier in. Meer informatie over de herziening van BTW vind je hierover.

Herziening voorbelasting BTW

Voorbelasting is alleen aftrekbaar als de aangekochte goederen en diensten worden gebruikt voor met BTW belaste handelingen. Bij gebruik voor vrijgestelde prestaties (bijvoorbeeld: zorg) bestaat er in beginsel geen recht op vooraftrek.

Voor de splitsing van de voorbelasting wordt daarom onderscheid gemaakt tussen goederen en diensten die:

  • Enkel voor handelingen met aftrekrecht worden gebruikt. De voorbelasting die op deze goederen en diensten drukt, komt in zijn geheel voor aftrek in aanmerking;
  • Enkel voor handelingen zonder aftrekrecht worden gebruikt. De voorbelasting is dan in het geheel niet aftrekbaar;
  • Zowel voor handelingen met aftrekrecht als voor handelingen zonder aftrekrecht worden gebruikt. De voorbelasting is aftrekbaar voor zover deze kan worden toegerekend aan de handelingen met recht op aftrek van BTW.

Informatie aanvragen

Vul het formulier in en ontvang vandaag nog meer informatie over jouw BTW-vraagstuk.

Splitsingsregels

  1. Het eerste moment waarop splitsing van BTW relevant wordt is het moment van ontvangst van een inkoop/investeringsfactuur. Voor goederen voor gemengd gebruik (gebruikt voor belaste en vrijgestelde prestaties) moet op dat moment gesplitst worden naar verhouding van de belaste omzet in procenten van de totale omzet (exclusief omzetbelasting). Splitsing naar werkelijk gebruik is verplicht als dit een zuiverdere resultaat geeft dan splitsing naar rato van omzet.
  2. Na afloop van het boekjaar, maar voor het indienen van de laatste aangifte omzetbelasting van dat boekjaar, moet de verhouding nogmaals bepaald worden op basis van de cijfers over het gehele jaar.
  3. Bij investeringsgoederen, met name bij onroerende goederen, kan het voorkomen dat er geruime tijd zit tussen (het jaar van) ontvangst van de investeringsfactuur en het moment van ingebruikname. In het jaar van ingebruikname dient alle BTW opnieuw te worden herzien op basis van de cijfers over het gehele jaar van ingebruikname.
  4. Bij investeringsgoederen is de aftrek dan nog steeds niet definitief. Voor roerende goederen moeten deze dan nog 4 jaren, voor onroerende goederen moeten deze dan nog 9 jaren gevolgd en zo nodig gecorrigeerd worden (herziening)

Als, in geval van onroerende zaken, op het moment van investeren er feitelijk nog geen gebruik van het goed plaats vindt, mag worden uitgegaan van het beoogde gebruik.

Herziening

Investeringsgoederen moeten nog 4 respectievelijk 9 jaren gevolg worden. Voor de jaren na het jaar van ingebruikname wordt dan 1/5e resp. 1/10e-deel van de voorbelasting opnieuw gesplitst op basis van de voor dat jaar geldende verhouding (omzet of werkelijk gebruik). Het verschil tussen de voor dat jaar opnieuw bepaalde vooraftrek en 1/5e resp. 1/10e-deel van de in het jaar van ingebruikname reeds genoten vooraftrek wordt in de laatste aangifte van dat boekjaar.

Voorbeeld

Ten tijde van de bouw van een pand had de eigenaar het voornemen het gehele pand te verhuren aan een advocaat. Deze ziet daar echter vanaf en huurt slechts 2/3e deel. Het andere (zelfstandige) deel van het pand wordt uiteindelijk verhuurd aan een huisarts. De verhuur aan de advocaat kan met toepassing van BTW (na opteren voor belaste verhuur), de verhuur aan de huisarts is zonder BTW. De eigenaar gebruikt het pand nu slechts voor 2/3e deel voor belaste prestaties. Voor de 9 resterende jaren zal de eigenaar jaarlijks 1/10e-deel van de vooraftrek moeten herzien.

Als het pand EUR 10 miljoen heeft gekost en hierover EUR 2,1 miljoen belasting (21%) in vooraftrek is genomen, bedraagt de jaarlijkse herziening 10% van EUR 2.100.000 maal 1/3e-deel (het vrij van BTW verhuurde deel) is EUR 70.000. Deze EUR 70.000 moet jaarlijks in de aangifte over het 4e kwartaal van dat boekjaar worden afgedragen.

Vragen?

Houtsma BTW-Advies geeft je advies op maat omtrent de herziening van voorbelasting BTW. Neem contact op voor een gesprek of voor het aanvragen van een duidelijke offerte.

Verbouwingen

Verbouwingen zijn door de Hoge Raad altijd aangemerkt als diensten, tenzij een pand zo ingrijpend werd verbouwd dat ‘in wezen nieuwbouw’ had plaats gevonden. Op verbouwingen hoeft daarom geen herziening toegepast te worden. Echter, inmiddels heeft het Hof van Justitie uitspraken gedaan waarbij aanpassingen aan en verbouwingen van onroerende zaken wel als zelfstandig goed zijn aangemerkt en dus niet als ‘dienst’. Wij houden er rekening mee dat de Hoge Raad zijn standpunt gaat wijzigen. Tot die tijd kan de voor u meest gunstige visie gevolgd worden.

Verbouwing in wezen nieuwbouw

Als een verbouwing zo ingrijpend wordt verbouwd dat in wezen nieuwbouw heeft plaats gevonden, ontstaat er een nieuw moment van eerste ingebruikname en een nieuwe herzieningstermijn. Het is dus belangrijk een scherp beeld te hebben of een verbouwing zodanig ingrijpend is, dat gesproken moet worden van ‘in wezen nieuwbouw’.

Verkoop onroerend goed/bedrijfspand

Als onroerend goed/een bedrijfspand binnen de herzieningsperiode wordt verkocht (al dan niet met toepassing van BTW), vindt op dat moment herziening plaats in 1 keer, voor de gehele resterende looptijd van de herzieningsperiode.

Menu